The Black Keys kent grandioze opening én finale, maar wisselvallend middenstuk

De tijd dat alles wat The Black Keys aanraakt in goud verandert, ligt alweer ver achter ons. Toch lukt het de eigenzinnige bluesrockers om – nota bene op een feestdag – de Ziggo Dome zo goed als uit te verkopen. Hun eerste Nederlandse stadionshow in twaalf jaar (!) kende een werkelijk grandioze opening én finale, maar tussendoor waren er wel wat strubbelingen.

Het was lange tijd de vraag of Dan Auerbach en Patrick Carney ooit nog eens (in Nederland) zouden optreden. Kantje boord was het, voor de excentrieke ‘zwarte sleutels’. Het begon allemaal in 2014, toen ze hun Europese tournee moesten schrappen nadat drummer Carney een blessure aan zijn schouder had opgelopen. Daarna kregen de twee muzikale vrienden bonje en gingen ze voor onbepaalde tijd uit elkaar.

Het einde van The Black Keys leek nabij, tot de coronacrisis uitbrak en alles weer in perspectief kwam. Dan en Patrick vonden elkaar weer en beklonken hun hernieuwde liefde met drie nieuwe albums, waarvan eentje met bluescovers. Van dat recente werk hoort de Ziggo Dome in eerste instantie niets: de eerste helft van de set is een ware trip down memory lane.

In de Ziggo Dome blijkt maar weer hoe ‘gewoon’ deze gasten zijn gebleven. Geen sterallures, geen spectaculaire visuals of lichten, geen vermoeiende interactietrucjes: The Black Keys heeft anderhalf uur de totale focus op de muziek. Met I Got Mine komt de band een sloopkogel de zaal binnen: het scheurt, het kraakt, het piept, en het klinkt net zo smerig als het zestien jaar geleden deed. Meteen daarna volgt een van de grotere hits: Gold on the Ceiling. De lampen baden de zaal in een gouden oase. De Ziggo joelt en feest, de kop is eraf!

Het duo houdt het hoge niveau vast. Het rauwe Your Touch volgt, gemaakt in een periode toen The Black Keys echt nog een bluesband pur sang was. Dat is inmiddels al lang niet meer zo. Het rauwe randje is er al een tijdje af. De zang van Auerbach is niet meer wat het geweest is, en ook in de Ziggo Dome moet hij knokken om iedere noot zuiver te halen. Dat lukt hem in de beginfase, die echt heel sterk is, vrij aardig. Tighten Up is de volgende worp, nog zo’n hit. The Black Keys rijgt in moordend tempo de publieksfavorieten aan elkaar, en dreigt tegelijk al zijn kruit al te verschieten.

Gelukkig heeft de band al snel wat verrassingen in petto. De Richard Berry-cover Have Love Will Travel beleeft een debuut in Amsterdam, verzekert Auerbach ons. Blues van de bovenste plank, en minstens zo ruig als het 65 jaar (!) oude origineel. Everlasting Light, van doorbraakalbum Brothers, krijgt een verfrissende kampvuur-uitvoering en wiegt de Ziggo bijna in een fijne slaap.

Het is aan de band om ons weer uit die slaap te sussen, maar de motor van The Black Keys begint te haperen. De band kakt zelfs behoorlijk in. Het mede door Beck geschreven This is Nowhere klinkt simpelweg nergens naar: Auerbach zingt ronduit vals en de vier sessiemuzikanten achter het duo kunnen de backingvocals echt beter aan een ander overlaten. Overigens zijn het al niet de beste muzikanten die The Black Keys heeft uitgekozen, maar dat geheel terzijde.

De band heeft moeite om zich te herpakken en probeert het maar met een andere cover: I Heard It Through The Grapevine. Waanzinnig lied, maar een weinig memorabele uitvoering, mede dankzij de sessiemuzikanten die vastgenageld aan de grond lijken, en ook amper boven de middelmaat uitstijgen. Het is maar een statische bedoening en dat lijkt ook zijn weerslag te hebben op de kwaliteit van de muziek, die duidelijk van Auerbach en Carney moet komen.

In de finale is The Black Keys weer ouderwets op zijn best. She’s Long Gone, zogenaamd het ‘laatste’ nummer van de avond, verplettert de zaal met die heerlijk heersende garagesound. De band verdwijnt in de coulissen, maar keert snel terug om met zijn twee grootste hits het publiek plat te walsen. “A broken heart is blind”, echoot de menigte met de telefoonlichtjes massaal omhoog. Wat een grandioze song blijft Little Black Submarines toch. Over 20 jaar heeft het dezelfde status als Shine on You Crazy Diamond, mark our words.

Over diamanten gesproken: Lonely Boy, de absolute kraker van The Black Keys, krijgt werkelijk iedereen uit de stoelen en zorgt voor een enorme ontlading die zelden is gezien in de Ziggo Dome. De zaal leek naar dit moment te hunkeren, nadat de set halverwege als een plumpudding dreigde in te zakken. Maar door zo af te sluiten heeft de band uit Ohio alles meer dan goed gemaakt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *