Nothing But Thieves worstelt zich door een moeizame avond in de Ziggo Dome

De gekte die in ons land rond Nothing But Thieves is ontstaan is ongekend. De Britse rocksensatie speelde in de afgelopen tien jaar meer dan dertig keer (!) op Nederlandse bodem. Het is een keer mooi geweest, zou je zeggen. Maar met twee stijf uitverkochte shows in de Ziggo Dome en ruim 15.000 mensen (!) die op Ticketswap een kaartje zoeken is de rek rond de Britse dieven er nog láng niet uit. De voetbaltempel aan de overkant, van Ajax, die lonkt, maar: is de band daar wel klaar voor?

Door: Sebastiaan Quekel

Het concert in het door hun zo geliefde Amsterdam geeft daar geen bevredigend antwoord op. Nothing But Thieves rockt, dreunt, swingt en danst en verandert de Ziggo Dome anderhalf uur lang in een donkere zompige nachtclub, maar na afloop blijft het gevoel hangen dat de band niet boven zichzelf is uitgestegen. Of sterker nog: het viel gewoon tegen.

Aan het hoge tempo ligt het in elk geval niet. Opening ‘Welcome to the DCC’ knalt erop los en solliciteert alvast voor een vaste plek op de setlist. Een nummer dat in de verte doet denken aan Daft Punk en symbool staat voor de hommage aan elektronische muziek die de band op de laatste cd heeft gegeven. De Ziggo Dome dreunt, verandert in een donkere rode gloed en door de indringende rookwolken op het podium voelt het inderdaad alsof we bij een ondergrondse technorave zijn beland.

“Amsterdam! If everybody’s going crazy?”, schreeuwt zanger Conor Mason het uit. Iedereen weet dan hoe laat het is: tijd om op en neer te deinen met de gelijknamige monsterhit, bekend om zijn groovy gitaren, pompende elektronica en natuurlijk dat lekkere refrein. Mason, met een geblondeerde kuif en een zwart doorschijnend shirt weer een opvallende verschijning, presteert hier op de top van zijn kunnen. Het blijft onvoorstelbaar wat voor een power er in dat kleine lichaampje verscholen zit. ,,Ik ben zo klein, ik kan jullie amper zien”, grapt hij er zelf nog over.

Nothing But Thieves lijkt dan – als een dief in de nacht – al zijn kruit verschroten te hebben. Het niveau zakt behoorlijk terug. Deels door het zwakke geluid, dat blikkerig klinkt en power en urgentie mist, maar vooral door drummer James Price die er vanavond werkelijk een potje van maakt. Een drummer is de hartslag van de band, die de rest van de formatie op sleeptouw neemt, maar Price zit er op belangrijke momenten gruwelijk naast en laat daarmee de rest van de band in de steek. Het drieluik Ce n’est Rien / Gods / Number 13 bestaat uit louter krachtige nummers en moet na de hartstochtelijk mooi gebrachte rockballade Sorry weer voor de nodige reuring zorgen, maar nee: het klinkt simpelweg nergens naar.

Is het de vermoeidheid? Komt het door het strakke tourschema? Of heeft de band gewoon haar dag niet? Het is een vraag waar alleen de band zelf antwoord op heeft. De enige die er nog echt tussenuit springt is Mason, die met zijn ongelofelijke falsetto en krachtige uithalen laat zien een van de meest veelbelovende Britse rockzangers van deze generatie te zijn. Zijn uitvoering van Lover, Please Stay, een van de eerste nummers die de band ooit schreef en waarop hij alleen op het podium achterblijft, zorgt voor kippenvel en baadt de Ziggo Dome in een zee van aanstekers en telefoonlampjes.

Trip Switch, die andere ‘gouwe ouwe’, zorgt weer voor het klassieke Nothing But Thieves-gevoel, maar in het daaropvolgende Futureproof verzandt de band weer in een puinhoop, opnieuw met dank aan de drummer die er bij het refrein telkens een paar tellen naastzit. Het wil in de Ziggo Dome maar niet constant blijven. De afstandelijke lichtshow draagt daar niet aan bij en vergroot zelfs de kloof tussen band en publiek. Leuk bedacht, die enorme lichtgevende dominostenen aan de linkerkant van het podium, maar over het algemeen is het maar donker in de Ziggo Dome, en de lampen voegen weinig toe aan het geheel.

Net als je denkt dat het concert als een nachtkaars uitgaat, wakkert Nothing But Thieves het gedoofde vlammetje weer aan met de nieuwe single Oh No :: He Said What?, in de Ziggo Dome net zo dansbaar als op de plaat. Vervolgens zegt Mason dat nu het nummer komt ‘waar jullie allemaal op zitten te wachten’. ,,Dit is jullie lied”, roept hij uit. Natuurlijk gaat het om ‘Amsterdam’, de magnum opus, die de Ziggo Dome van voor tot achter in vervoering brengt. ‘Over and over and over and over again’, galmt als een hymne door de zaal, en daarmee is de liefde tussen de Nederlandse fans en de band toch maar weer gewoon bezegeld.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *