Waarom de bassist altijd boos is

Gerard Ekdom

In elke band heerst een ongeschreven hiërarchie, en de bassist? Die staat meestal onderaan. Waarom? Omdat de wereld gewoon nog niet klaar is voor de grootheid van de vier snaren. Terwijl de leadzanger zichzelf als een rockgod beschouwt en de gitarist verdrinkt in zijn eigen solo’s, staat de bassist daar… bozig. Maar terecht, want als iemand het onderspit delft in de eeuwige strijd om aandacht binnen een band, is het wel onze vriendelijke basheld.

Het podiumdrama: “Waar is mijn spotlight?”

De leadzanger heeft altijd het volle podiumlicht op zich gericht. De gitarist? Die krijgt minstens één episch moment waarin hij midden op het podium een gitaarsolo doet die lijkt te duren zolang als de bouw van de Eiffeltoren. En de drummer? Die gooit zijn stokken in de lucht alsof hij in de finale van een circusact zit. En de bassist? Die staat ergens achteraan, verstopt in de schaduw, net iets te ver van de monitor om zichzelf goed te horen.

En zo begint de ergernis. Waarom krijgt de bassist niet dezelfde glans? Hij houdt de hele band bij elkaar met zijn groove, en zonder hem zou het klinken alsof de band nog steeds een geluidstest doet. Maar nee, er is nooit een spotlight voor hem. Terwijl de rest van de band op de voorgrond staat te stralen, vraagt de bassist zich af of iemand überhaupt weet dat hij op het podium staat.

De eeuwige strijd met de gitarist

Er is een ongeschreven regel dat de bassist en de gitarist in een eeuwige vete verwikkeld zijn. Waarom? Omdat de gitarist te veel ruimte inneemt. Laten we eerlijk zijn: een gitarist gebruikt altijd véél te veel noten. Terwijl de bassist probeert om de band een solide basis te geven, gaat de gitarist los alsof hij op auditie is voor Bohemian Rhapsody: Part Two. Het resultaat? De bassist moet boos staan kijken terwijl de gitarist elke lege ruimte volpropt met een riff.

De bassist weet dat zijn vier snaren genoeg zijn. Hij hoeft niet honderd noten per seconde te spelen om indruk te maken. Zijn groove is subtiel maar essentieel. Helaas snapt de rest van de band dat niet altijd, waardoor hij gedwongen wordt om stilletjes boos te zijn terwijl de gitarist weer een tap-solo uit zijn mouw schudt.

Bassisten krijgen nooit groupies

Een pijnlijk feit: niemand wil de bassist. De zanger kan rekenen op een schare fans die alles voor hem over hebben, en de gitarist is de coole rebel die iedereen wil zijn. Zelfs de drummer, die stiekem gewoon met stokjes tegen dingen slaat, krijgt nog aandacht. Maar de bassist? Die krijgt hoogstens een knikje van een roadie als dank voor het dragen van de versterkers.

Waarom is dat? Waarom krijgt de bassist niet dezelfde adoratie? Misschien omdat hij zijn gezicht te veel verstopt achter zijn instrument, of omdat de wereld gewoon de ware sensualiteit van de basgitaar nog niet heeft ontdekt. Het blijft een mysterie, maar het zorgt er wel voor dat de bassist altijd net iets boos naar de menigte kijkt. En geef hem eens ongelijk.

De toorn van de bassist

In werkelijkheid draait het er allemaal om dat de bassist gewoon niet de waardering krijgt die hij verdient. Hij is de ruggengraat van de band, de onzichtbare kracht die alles in harmonie houdt. En toch wordt hij overschaduwd door de flitsende gitaristen en egocentrische zangers. Het is dan ook geen wonder dat de bassist boos is. Hij heeft elke reden om dat te zijn.

Maar weet je wat? Die boosheid geeft hem ook zijn kracht. Want zonder die bas, zonder dat laag ronkende fundament, zou de band nergens zijn. Dus de volgende keer dat je naar een concert gaat, geef die bassist een applaus. Want zonder hem zou het geheel niet zo strak klinken, en zonder zijn boosheid zouden we geen groove hebben om op te dansen.

En wie weet, misschien glimlacht hij zelfs even.

Liefs Heavy E

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *