Adrian Vandenberg: Een Rocklegende spreekt!

Vandenberg

“Ik ben evenveel Keith Richards als Eddie Van Halen, want als ik op het podium sta, dan laat ik alles los!!!

Adrian (Adje) Vandenberg (31-01-1954) is natuurlijk bekend vanwege zijn muzikale carrière bij Teaser, Vandenberg, Vandenberg’s MoonKings, Manic Eden en de iconische hardrockband Whitesnake. Nu is er een speciale, eenmalige toer waarbij Adrian terugblikt op zijn periode bij de Britse hardrockband Whitesnake. Het is namelijk 35 jaar geleden dat Whitesnake op tournee was in het kader van het Slip Of The Tongue album. Voor het concert in Tilburg praat ik met Adrian over zijn jaren in die fameuze rockband en verder komen er nog een aantal leuke rockmuziekanekdotes voorbij….

Door Martien Koolen

Wanneer en hoe kwam je op het idee om deze “My Whitesnake Years toer” te gaan doen?

A: “Het was eigenlijk een idee van Ralph, die heb je net ontmoet, want die zei” wist je wel dat het precies 35 jaar geleden is dat jullie (Whitesnake) op Donington speelden? Ik had daar helemaal niet bij stil gestaan en 35 jaar is natuurlijk een mooi getal, dus ik zei tegen Ralph: dat is eigenlijk wel gaaf om dat een keer te doen als thema en de shows die we tot nu toe hebben gedaan waren allemaal uitverkocht, dus het publiek was helemaal blij, want het zijn natuurlijk heel meezingbare nummers natuurlijk.”

Had je al meteen een setlist in gedachten?

A: “Ja, ik wist wel welke nummers er altijd in moesten die we hebben gespeeld met Whitesnake, waarvan je gewoon ziet dat er wat gebeurt bij het publiek en bij ons als band natuurlijk ook. Het is echt superleuk om deze nummers weer te spelen, want de meeste daarvan heb ik ook al 35 jaar niet meer gespeeld.”

Welke nummers vind je zelf het “lekkerste” om live te spelen?

A: “Ik heb altijd wel een kick gekregen van het nummer “Slide It In”, want dat hebben we ook met de Moonkings nog gespeeld, en natuurlijk Sailing Ships, dat zal ik vanavond ook nog wel even uitleggen aan het publiek, want dat heb ik opgedragen aan mijn moeder, dat lijkt een beetje klef, maar toch. Ik vind eigenlijk alle nummers wel weer lekker om te spelen, ik krijg er echt weer een kick van. Voor het publiek geldt hetzelfde als voor mijzelf als je deze nummers hoort, je zit in een keer weer in die tijd. Dat heb je überhaupt met alle muziek, ieder generatie heeft een bepaalde soundtrack of their lives. Er zijn heel veel nummers uit de beginjaren zeventig die ik toen vreselijk vond om te horen op de radio en nu denk vaker als ik dat nog eens hoor, dat was een leuk liedje, ha ha, weet je wel, dat is eigenlijk heel raar en dan blijk je ook in je hoofd die teksten nog te kennen. Zo werkt dat, ja, ha ha”

Heb je ook nummers moeten schrappen of nummers die niet goed genoeg waren?

A: “Een goede vraag eigenlijk…daar heb ik niet eens aan gedacht; het zou zo maar kunnen zijn dat er inderdaad wel nummers zijn die ik niet wil spelen of compleet vergeten ben… Het nummer “Don’t Fade Away” van het Restless Heart album dat vind ik zelf nog steeds een van de mooiste nummers die ik voor Whitesnake geschreven hebben.”

Dat is echt een totaal ondergewaardeerd album, toch?

A: “Ja, mee eens, het probleem was dat die plaat niet in Amerika is uitgebracht en in Europa ging het heel moeizaam, want David was gestopt met het Whitesnake contract bij Geffen en het was toen heel moeilijk om alles weer op tijd uit te brengen. David, en dat wist ik toen niet, wilde Restless Heart graag uitbrengen als soloalbum om zijn naam als soloartiest te vestigen, maar de platenmaatschappij wilde dat absoluut niet.”

De nummers van Restless Heart zijn allemaal door jou en David geschreven, toch?

A: “Ja, dat klopt, zo ook dus “Don’t Fade Away” en dat vind ik nog steeds een tijdloos, mooi nummer; het is een introspectief nummer en daar komt David’s stem echt prachtig tot uitdrukking.”

Slip Of The Tongue is ook een apart album, ook daar zijn bijna alle nummers door jou en David geschreven, maar door een blessure kon je de gitaarpartijen niet inspelen en heeft Steve Vai dat gedaan. Hoe kijk je nu terug op dat album? Zou het album anders geklonken hebben als jij de gitaarpartijen had gespeeld?

A: “Jazeker, dat had het album geklonken als mijn laatste albums, meer, ja hoe moet ik dat zeggen, in het Engels noemen ze dat meat and potatoes, een directe aanpak.”

In your face, dus…

A: “Ja, dat inderdaad. Ik ben nogal gek op bands zoals Van Halen, AC/DC, ik ben een eighties guy, en ik houd ervan dat je de gitaarakkoorden ook in your face voelt en als er allerlei laagjes overheen zitten dan haalt dat voor mij een groot gedeelte van de dynamiek weg, helaas. Een van mijn favoriete bands aller tijden, en ik de band waarom ik muziek ben gaan maken, is The Free met Paul Rogers – een ongelooflijk goede zanger trouwens die nog steeds klinkt zoals vroeger – en daar zitten openingen in de muziek en de akkoorden knallen er echt uit. Maar als alles zo vol geproduceerd wordt, een laag keyboards, een laag gitaren, een laag dit en dat, dat is mij te veel van het goede. Steve Vai is natuurlijk een fenomenale gitarist, maar wel heel druk dus, daar gebeurt heel veel en die nummers die hij speelde op Slip Of The Tongue voelden voor mij heel vreemd aan toen ik ze voor het eerste terug hoorde. Steve had echt carte blanche gekregen en dat heeft hij ook gedaan, ha ha….

Ik moest er heel erg aan wennen en ik vond het natuurlijk heel frustrerend dat ik niet mijn eigen muziek kon spelen. Later, heb ik er toch meer vrede meegekregen, want ik dacht, het is toch wel een kick dat iemand van het kaliber van Steve Vai mijn nummers inspeelt. En live spelen we ze zoals ik ze bedoeld had eigenlijk, gewoon, niet veel poespas en lekker in your face! En dat hoort ook bij rockmuziek, Steve is natuurlijk een heel ander soort gitarist als ik, hij heeft een unieke stijl zoals iedereen weet en zijn albums zijn natuurlijk heel erg beïnvloed door Frank Zappa. We zijn wel goede vrienden gebleven en de wisselwerking en samenwerking tussen Steve en mij bij Whitesnake werkte natuurlijk omdat we zo verschillende stijlen hadden. Jimi Hendrix is echter nog steeds mijn favoriete gitarist, (ook mijn gitaarheld pur sang, MK) want bij hem komen alle noten op de juiste plek terecht en daar kan ik nog steeds kippenvel van krijgen.”

Alle nummers die jij met David hebt geschreven staan altijd vermeld als: Coverdale/Vandenberg en nooit als Vandeberg/Coverdale, heeft dat met Coverdale’s ego te maken?

A: “Ja, ha ha, zeker weten, denk maar aan Coverdale/Page, weet je wel Jimmy fucking Page, kom op man, hahaha. Steve Vai, vertelde mij later, toen we elkaar weer eens voor het eerst zagen na jaren het volgende: “Ik wou je mijn excuses aanbieden dat toen mijn ego echt met mij op de loop was gegaan, sorry, man, ik respecteer ik het enorm dat jij iemand bent die als iemand zichzelf in the picture wil spelen, jij een stap naar achteren doet.” Dat vond ik echt heel fijn dat Steve dat zei, want ik was best wel gespannen tijdens die Whitesnake tournee met Steve Vai naast me op het podium, een fantastische gitarist en daar sta ik dan, een kereltje uit Oost-Nederland; maar het werkte vreselijk goed. Die toer was echt een van de vele highlights die ik heb mogen meemaken in mijn loopbaan.”

Wat is jouw mooiste herinnering aan die Whitesnake periode?

A; “Die tournee vond ik wel echt waanzinnig. Ik vind mijzelf echt een superbevoorecht mens, met alles wat ik al heb meegemaakt in mijn muzikale carrière, beginnend met Teaser, Vandenberg en noem het maar op. Muziek maken en live spelen is gewoon het mooiste wat er is en ik heb er nog steeds plezier in en het maakt mij niet uit of ik voor 50 mensen sta of voor 50.000, weet je wel, het spelen van muziek is gewoon het ultieme.”

De ooit geplande blues plaat met Coverdale, gaat die er nog komen?

A: “Ik hoop het. We hebben best nog veel contact, maar ik heb nog niet gevraagd, maar dat ga ik wel doen, hoe het met zijn stem is. Ik houd echt van David’s vette, blues achtige stem en misschien kan hij het nog steeds, maar het is moeilijk. Ik verdedig David altijd want er komen heel vaak Whitesnake fans naar mij toe die zeggen: “ja die Coverdale kan niet meer zingen… Maar, ik zeg dan, maar hij heeft wel zijn stem voor jullie kapot gezongen, hij is geen Jesus Christus, hij geeft altijd alles. Tijdens de 1997/98 tour hoorde je echt wel de sleet op zijn stem, maar hij heeft zoveel soul in zijn stem dat zelfs boer er ligt een kip in het water bij hem goed klinkt, ha ha.”

Vanavond zingt Mats (Leven), hoe kwam je bij hem terecht?

A: “Dat was een interessant proces, een helder moment van mijn kant, want met Ronnie werkte het niet (verschillende agenda’s), en toen dacht ik aan een moment dat ik een zanger heb gehoord bij Yngwie Malmsteen die vreeslijk goed was, maar ik kende zijn naam niet meer. Na wat research kwam ik erachter dat het Mats was en ik heb hem gebeld en hij was aangenaam verrast en hij zei meteen, let’s do it. Hij zingt dus elke avond fantastisch en verder is hij een klassieke frontman, hij heeft charisma. Je kunt ook wel enige sleet op zijn stem horen, maar ik vind het ongelooflijk dat hij nog zo goed zingt elke avond, maar hij zorgt prima voor zijn stem en hij haalt het allemaal.”

Wat is jouw ambitie nog, jongeman?

A; “Ha gewoon door te gaan totdat ze mij van het podium aftrappen. Het is gewoon het mooiste om te doen, elke avond weer; je leeft in een zogenaamd parallel universum en dat is gewoon super. Ik ben evenveel Keith Richards als Eddie Van Halen want als ik op het podium sta dan laat ik het los en als ik dan uit de bocht vlieg, who cares, it’s only rock and roll. Ik sta daar niet om een laboratorium versie te produceren van wat mensen ook op de plaat kunnen horen. Ik wel meegesleept worden en als het publiek wordt meegesleept dan word ik nog veel erger meegesleept, dus dan laat ik af en toe een steek vallen en dat vind ik het mooiste dat er is. Dat voelt het publiek ook, die komen niet voor perfectie.”

Heb je trouwens al nieuwe Vandenberg songs in gedachten?

A: “Ja, ik ben alweer ideeën aan het opnemen voor een volgend album, maar nu even deze toer. Ideeën voor nieuwe songs komen altijd op vreemde plekken en tijdstippen, onder de douche, op de fiets…en ik laat dat maar gaan en je kunt het inspiratie noemen misschien, maar wat is inspiratie?

Ralph komt binnen en zegt dat de tijd op is, maar Adrian wil nog wel even doorpraten, dus.

Toch maar de laatste vraag dan, als jij de muziekjournalist was en ik Adrian, wat zou dan jouw laatste vraag zijn?

A; “Dan zou ik een paar laatste vragen hebben. ha ha, ten eerste, zijn er dingen waar je spijt van hebt in je leven, je muzikale leven. Mijn antwoord daarop zou zijn, nee, eigenlijk niet en ten tweede en dat vind ik wel een mooie vraag; ik draai al even mee en wat zou je een jonge, opkomende muzikant, die dat heel graag wil, adviseren? Mijn advies is altijd: creëer je eigen stijl, vind je eigen taal, je eigen stem, je eigen sound, dat is belangrijk, want er zijn zoveel muzikanten.” Hendrix had natuurlijk ook zijn eigen stijl en dat maakte hem heel speciaal.”

Als Hendrix nog geleefd zou hebben, zou hij dan nog muziek hebben gemaakt anno 2025?

A; “Ja, ik denk het wel, Hij was natuurlijk een diehard, ik denk dat hij uiteindelijk samen met Miles Davis vormen van jazz had ontwikkeld die in die tijd nieuw waren. Natuurlijk eeuwig jammer dat hij bij de 27-club zit…Ik heb trouwens nog een mooi verhaal over Jimi.  Bill Graham, die naam zegt jou wel wat, was in de Fillmore West de promotor toen wij met Vandenberg in San Francisco speelden. Bill kwam binnen en zei: mister Vandenberg nice to meet you en ik was al meteen over the moon en ik stelde hem de volgende vraag: hoe kan het nou, dat op een van mijn favoriete live albums aller tijden (Band Of Gypsys, 1970) Hendrix daar zo zeldzaam goed speelde dat hij iedereen verbaasde. Bill Graham zie toe: “ik heb Jimi uitgedaagd, ik heb tegen hem gezegd, moet je eens luisteren je bent allang geen goede gitarist meer, want iedereen zit alleen maar te wachten tot je de gitaar kapotslaat, of in de fik steekt of seks bedrijft met je gitaar op het podium. Volgens mij kun jij helemaal niet meer spelen en Hendrix was beledigd en zei ik ga jou te pakken nemen en vanavond ga ik niet bewegen, ik ga alleen maar staan en speel gitaar en dan moet jij maar zien hoe je met de teleurstelling van het publiek omgaat. En Hendrix speelt daar dus echt fenomenaal, als je die solo’s hoort; waanzinnig en toen was hij 26. Mijn motivatie is als iets met het hart gespeeld wordt dan is het goed en dat deed Jimi.”

Bedankt voor je tijd, Adrian.

A: “Jij bedankt voor het interessante gesprek, over muziek praten met iemand die ook passie heeft voor muziek is altijd een genot.”

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Wordpress Social Share Plugin powered by Ultimatelysocial