Editors is altijd al een band geweest die de prangende behoefte heeft om zichzelf opnieuw uit te vinden. In de loop der jaren flirtte de groep rond Tom Smith al geregeld met ronkende elektronica en pompende beats, maar met het aanstellen van Benjamin John Power (producer Blanck Mass) als volwaardig lid is hun avontuurlijke indierock nu volledig doorspekt met synthesizers en samples.
Tekst: Sebastiaan Quekel en foto’s: Ans van Heck
Het uitverkochte concert in de Rotterdamse Ahoy stond in die zin symbool voor de geboorte van een nieuwe Editors.

Editors veranderde de afgelopen tien jaar vaak van gedaante, maar de mate waarin er nu wordt gekozen voor een stevige scheut elektronica is opvallend te noemen. Zelfs stokoude klassiekers als An End Has a Start en Blood krijgen in de nieuwe RTM Stage van Ahoy een moderne uitvoering met uitgebreide intro’s vol bliepjes, synthesizers en overstuurde geluiden. ,,Alsof ik bij een house-optreden sta”, merkt een oudere bezoeker naast ons op. Een tamelijk overdreven uitspraak, maar het zegt veel over de manier waarop de fans van het eerste uur naar de transformatie van hun favoriete band kijken.

Onder een onheilspellende rode gloed komt Editors met het nieuwe Heart Attack traag uit de startblokken. Het geluid is schel en zanger Tom Smith is in de nieuwe zaal duidelijk nog zoekende. De nieuwe songs als Strawberry Lemonade en het stevig doorstampend Picturesque moeten dansbaar en opwindend klinken zoals op de plaat, maar in Ahoy komen ze rommelig en ongecoördineerd over. Pas na een half uur herpakt de band zich eindelijk met een opstuwende versie van publieksfavoriet Sugar, uiteraard voorzien van de nodige vlammenwerpers en Tom Smith die als vanouds met zijn armen wuift.

Met het loskomen van de zaal kruipt Smith weer in zijn vertrouwde rol als begeerlijke frontman. Zoete handkusjes, krampachtige dansbewegingen en dramatische bewegingen: de Brit – inmiddels alweer de veertig gepasseerd – is het bespelen van het publiek allerminst verleerd. In The Racing Rats kruipt de ongekroonde koning van het charisma weer achter zijn vertrouwde piano en laat hij de echo van de ‘oude’ Editors door Rotterdam galmen. Ouderwets genieten, maar toch ontbreekt er iets. Alsof Smith het wel gezien heeft met zijn oude stokpaardjes. In het daaropvolgende Frankenstein – ook gekenmerkt door electronica – lijkt hij veel meer in zijn element en kronkelt hij zoals we hem kennen als een slang over het podium.

Zo voelt het optreden van Editors in Ahoy aan als een soort afscheid. Van het oude Editors welteverstaan. Weg is de opbeurende en de meeslepende indierock waar ze vijftien jaar geleden groot mee werden. De Britten leunen vanavond nadrukkelijk op de sound van Blanck Mass en kiezen daarmee doelbewust voor een donker, stuwend en soms zelfs kwaad geluid. In zekere zin werkt die nieuwe aanpak en resulteert het in een aantal mooie momenten, zoals de uitvoering van Strange Intimacy, veruit het beste nummer van de nieuwe plaat. Smiths geschreeuw in combinatie met dreunende toetsen maken de track tot een groot live-spektakel, met ook hier weer de nodige vlammen.

Aan de andere kant is waakzaamheid geboden. De chemie met het publiek is voor Editors van essentieel belang en die lijkt in Ahoy af en toe ver te zoeken. De echte gitaarnummers vallen door de overdaad aan new wave en synth een beetje uit de toon en dat schept een zichtbare afstand. Om de fans niet te verliezen zullen de Britten voor een volgende show een betere afwisseling tussen nieuw en oud moeten samenstellen, anders komt hun pas verworven headlinerstatus op de tocht te staan.