eertig kaarsjes mocht hij laatst uitblazen. Winston McCall, onvermoeibare brulboei en hét gezicht van Parkway Drive. Je zou zeggen dat de jaren inmiddels beginnen te tellen bij de geboren Australiër, maar in de AFAS Live blijkt niets minder waar. McCall brult, stampt, krijst en slaat zich met wuivende armen door een euforische meute die anderhalf uur lang kolkt van vreugde.
Tekst: Sebastiaan Quekel en foto’s: Ashley Oomen
De toekomst van Parkway Drive hing lange tijd aan een zijden draadje. De coronacrisis trok een zware wissel op de band en leidde zelfs tot een radiostilte van enkele jaren. ,,We waren niet zeker of we nog wel op een podium zouden staan”, legt McCall voorafgaand het nieuwe nummer ‘Ground Zero’ uit. ,,Maar we hebben ons als band door deze zware periode geslagen en zijn dankbaar om hier voor jullie weer te staan.”

Aan populariteit hebben de vaandeldragers van de metalcore in elk geval niet ingeboet. De AFAS Live schurkt tegen het uitverkopen aan en is daarmee een stuk voller dan de laatste ontmoeting van drie en een half jaar geleden. De transformatie van snoeiharde brulband naar een mainstream stadionband is onder fans weliswaar omstreden, maar brengt Parkway Drive wel de roem en status die het nu heeft.

Dat wil niet zeggen dat de shows van Parkway Drive aan energie en explosiviteit hebben ingeleverd. Het is bij vlagen echt meedogenloos hard, alleen nu met een feestelijk tintje. Opener Glitch is daar het schoolvoorbeeld van en staat symbool voor het nieuwe Parkway Drive: de song begint met een knal, kent melodieuze zanglijnen en riffs en bouwt vervolgens op tot een allesvernietigende climax. McCall, precies in het midden op een verlengd podium, wuift zijn gespierde armen precies op de maat van de vlammen, als ware hij een dirigent van een concert in Mordor.

Natuurlijk, het is allemaal tot op de seconde geregisseerd en de spontaniteit en vernieuwing is ondertussen wel ver te zoeken, maar Parkway Drive levert nog altijd topentertainment met hoofdletter T. De memorabele en vreugdevolle beginriff in Prey verandert de zaal om tot een slagveld waar vrienden elkaar binnen enkele seconden kwijtraken. Wanneer ze elkaar weer treffen kunnen ze opnieuw aan de slag tijdens Dedicated, een vernietigende song met een ultieme break, opgesierd met metershoge vlammen en McCall die als een stadionomroeper de boel nog even flink opzweept.

Dat Parkway Drive meer en meer afstapt van het trouwe metalcore is beslist geen ramp, maar de band moet wel kwaliteit blijven leveren. In die zin is er reden tot zorg. De songs van het nieuwe album manifesteren zich duidelijk als de mindere momenten in de show. Ground Zero voelt en klinkt een beetje als een niemandalletje en zorgt ervoor dat de sfeer in de AFAS doodslaat. Met de ballad Darker Still poogt de band een nieuwe Nothing Else Matters in huis te hebben, maar nee: het thema is oninteressant en de clean zang van McCall blijft gewoonweg vals.

In de toegift slaat Parkway Drive zo hard als een atoombom terug. Crushed, met die kenmerkende gregoriaanse zang in de intro, is de opmaat voor een vlammenzee die zijn weerga niet kent. Het donkere gebrul van McCall gaat door merg en been en doet verlangen naar meer songs van dit kaliber. Publieksfavoriet Wild Eyes, met het meezingbare gitaarriedeltje, zorgt nog eenmaal voor een immense moshpit waar vrienden elkaar na tientallen verloren minuten weer treffen.

Zodoende toont Parkway Drive genoeg ambitie in de AFAS Live. De band wil zonder meer de grootste toegankelijke metalcoreband van de wereld worden, het liefst met uitverkochte stadionconcerten. Die status ligt binnen handbereik, maar dan moet het volgende album echt weer van een hoger niveau zijn.